Skip naar de inhoud
vijgen in een boom met bladeren

 

Subsidies voor aanplant 

Bij deze subsidies gaat het om de investeringskosten die gemaakt worden voor de aanschaf en aanplant van bomen en eventuele andere houtige gewassen.  

Subsidie voor aanleg van agroforestry in provincie Gelderland 

In Gelderland is er een subsidie voor de aanplant van agroforestry. De subsidie vergoedt 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van €20.000,-. Tot 31 december 2024 kunt u subsidie aanvragen via de website van Provincie Gelderland. Voorwaarden zijn: 

  • het perceel waarop u bomen of struiken wilt aanplanten minimaal één hectare groot is;
  • u minimaal 30 bomen of struiken per hectare aanplant;
  • u de aanplant plaatst in één of meer rijen van ieder minimaal 20 meter. 

Let op: subsidie is niet mogelijk als de aanplanting die u wenst, voorkomt op deze lijst van invasieve soorten omdat deze de biodiversiteit bedreigen. 

 

Subsidie voor het aanplanten van voedselbossen in provincie Limburg

De gedeputeerde Staten van Limburg heeft een subsidieregeling aangekondigd. Onderdeel van de regeling is dat rechtspersonen, eenmanszaken, maatschappen en vennootschappen onder firma (VOF)  in aanmerking kunnen komen voor subsidie voor het aanplanten van voedselbossen. De subsidie bedraagt een eenmalig bedrag van €5000 per aanvraag en aanvullend een bedrag van €10.000 per hectare, tot een maximaal bedrag van €75.000 per project en aanvrager. De voorwaarden voor het in aanmerking komen op de subsidie zijn:

  • Het project is uitsluitend gericht op de aanleg van een nieuw voedselbos, gelegen in de provincie Limburg;

  •  Het voedselbos heeft een aaneengesloten oppervlakte van minimaal 0.5 hectare;
  • In de eerste 5 jaar dienen de kroonlaag, lagere bomenlaag en struiklaag (inclusief de windhagen, ecologische hagen en pioniersbomen), aangeplant te worden;
  • De aanplant betreft geen invasieve exoten;
  • Er gelden voorwaarden rondom de locatie. De uitgebreide voorwaarden rondom de locatie van de aanplant staan beschreven in het Provinciaal blad van Limburg;
  • De aanvrager moet, indien dat wettelijk nodig is, een onherroepelijke vrijstelling of ontheffing hebben van de Wet Natuurbescherming;
  • De subsidie dient minimaal €10.000 te bedragen;
  • De aanplant van het voedselbos dient uiterlijk 1 maart 2025 te starten en uiterlijk 1 maart 2030 gerealiseerd te zijn;
  • De subsidieontvanger is verplicht het voedselbos ten minste tot 1 maart 2035 duurzaam in stand te houden.

De exacte datums van de openstelling van de subsidieregeling is momenteel nog niet bekend. Meer informatie hierover zal te zijner tijd gepubliceerd worden op de website van de provincie Limburg. Intussen kunt u op het provinciaal blad Limburg meer informatie vinden over de naderende subsidieregeling.

 

Subsidie, realisatie leefgebied icoonsoorten, landschapselementen en voedselbossen 2024

Om het be­houd van in­heem­se plant- en dier­soor­ten in Zuid-Hol­land te sti­mu­le­ren, is de sub­si­die ‘re­a­li­sa­tie leef­ge­bied icoon­soor­ten, land­schaps­ele­men­ten en voed­sel­bos­sen' op­ge­steld. Met deze sub­si­die wordt in­vul­ling ge­ge­ven aan het Om­ge­vings­be­leid zo­als ver­woord in de mo­du­le Soor­ten­be­leid, die in maart 2023 in Pro­vin­ci­a­le Sta­ten is vast­ge­steld, en het Bos- en bo­men­be­leid, be­schre­ven in het Groei­mo­del bos en bo­men Zuid-Hol­land.

Voor de activiteiten kan maximaal de volgende subsidie worden aangevraagd:

  • A. €10.000 voor natuurlijke personen
  • B. €25.000 voor privaatrechtelijke rechtspersonen
  • C. €40.000 voor publiekrechtelijke rechtspersonen.

De subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de subsidiabele kosten. Als de aan­ge­vraag­de sub­si­die min­der be­draagt dan€5000 wordt de sub­si­die niet ver­strekt.

Sub­si­die kan door een­ie­der wor­den aan­ge­vraagd van 15 april tot en met 13 juni 2024. Als er na deze datum nog budget beschikbaar is, wordt de regeling nogmaals opengesteld van 2 september tot en met 1 november 2024. De vol­le­di­ge in­for­ma­tie van de sub­si­die­re­ge­ling lees je te­rug in het Open­stel­lings­be­sluit 2024.

 

Regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 

Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is een Europees beleid dat de landbouwsector in de Europese Unie ondersteunt. In het kader van het GLB 2023-2027 zijn er zowel landelijke als provinciale subsidies beschikbaar voor boeren en andere landbeheerders.

De landelijke subsidies worden uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De provinciale subsidies worden uitgevoerd door de provincies. De provincies hebben ieder hun eigen prioriteiten en doelstellingen, maar er zijn verschillende subsidies beschikbaar voor het realiseren van agroforestry. De voorwaarden voor het aanvragen van subsidie verschillen per regeling. U kunt meer informatie vinden over de provinciale regelingen in de beschrijvingen hieronder en op de websites de verschillende  provincies.

Subsidie voor het aanplanten van voedselbossen in provincie Noord-Holland en Zeeland

De Gedeputeerde Staten verstrekken subsidies op basis van drie arrangementen:

  • Arrangement 1: subsidies tot € 25.000;

  • Arrangement 2: subsidies van € 25.000 tot € 125.000;

  • Arrangement 3: subsidies van € 125.000 of meer.

Productieve investeringen: "Aanplant van meerjarige houtige gewassen ten behoeve van agroforestry; zoals windsingels ter bescherming van het gewas, fruitbomen/struiken ten behoeve van de productie van het bedrijf".  

Niet-productieve investeringen: Voorbeelden van investeringen die voor steun in aanmerking kunnen komen zijn o.a.:

  • Herstel en aanleg singels, houtwallen, heggen, hagen, bosjes, solitaire bomen, pingo’s, dobben en drenkpoelen;

  • Minimaal aanleg aantal bomen per hectare (landschapselementen;

De exacte datums van openstelling van de subsidies zijn op dit moment nog niet bekend. Meer informatie hierover zal te zijner tijd gepubliceerd worden op de website van de provincie Zeeland en het online subsidieloket van de provincie Noord-Holland . Voor meer informatie zie de publicaties van de regelingen: Zeeland en Noord-Holland.

 

Subsidie voor aanleg van agroforestry in provincie Flevoland 

In Flevoland is er een subsidie voor de aanplant van meerjarige houtige gewassen ten behoeve van agroforestry (inclusief voedselbossen); zoals windsingels ter bescherming van het gewas, fruitbomen/struiken ten behoeve van de productie van het bedrijf.

De hoogte van de subsidie bedraagt minimaal € 25.000 en maximaal € 500.000. Daarbij bedraagt de hoogte van de subsidie: 40% van de subsidiabele kosten voor investeringen en 100% van de overige subsidiabele kosten. De bedoeling is dat de eerste subsidieregeling vanuit provincie Flevoland in het voorjaar van 2024 opent. De provincie gaat nu samen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) aan de slag om de provinciale subsidies voor te bereiden. Houd de website van provincie Flevoland in de gaten voor meer informatie.

Subsidie voor aanleg van agroforestry in provincie Limburg

In Limburg is er een subsidie voor de aanplant van meerjarige houtige gewassen ten behoeve van agroforestry (inclusief voedselbossen). 

Het maximale subsidiebedrag bedraagt voor alle categorieën € 50.000,00 en het minimum (€ 10.000,00). Gezien het subsidie-percentage van 40% als de aanvrager een landbouwer is, dient de totale Investering minimaal € 25.000,00 te bedragen. In geval de aanvrager een jonge landbouwer is geldt een subsidiepercentage van 55% en dan zal de investeringsaanvraag totaal € 18.182,00 moeten zijn.

Aanvragen worden verwerkt en beoordeeld door Stimulus programmamanagement.

Stimulus programmamanagement is door de provincies Noord-Brabant, Gelderland en Limburg aangewezen als uitvoeringsorganisatie voor de provinciale GLB-subsidies. Meer informatie hierover en alle subsidie technische informatie is te vinden op de website stimulus.nl. Voor het aanvragen van de subsidies zal op korte termijn een webportal beschikbaar komen.

 

GLB-subsidie per hectare 

Per 1 januari 2023 is een nieuwe GLB periode ingegaan.  

Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) 

Houtopstanden op landbouwgrond, productief of niet, zijn vanaf 2023 in het GLB onderdeel van landbouwgrond en zodoende subsidiabel. Daarnaast wordt het aantal toegestane bomen op bouw- en grasland per hectare verruimd van 50 naar 100.  

Verder wordt agroforestry gestimuleerd worden via een aantal eco-activiteiten waaronder ‘strokenteelt’, ‘grasland met kruiden’, en ‘houtig element’. Op deze manier kunnen boeren naast de basispremie extra beloond worden voor het hebben van houtopstanden. Hierbij wordt een ondernemer betaald voor het implementeren van eco-activiteiten op de verschillende doelen (biodiversiteit, bodem en lucht, klimaat, landschap en water).

Het is mogelijk om binnen het nieuwe GLB-regelingen te ‘stapelen’. Je kunt dus aanspraak maken op de basispremie, de eco-premies en betalingen uit het ANLb. Hierbij mag niet dezelfde activiteit gebruikt worden voor de eco-premie als voor betalingen uit het ANLb, maar punten van de activiteiten voor ANLb mogen wel meetellen voor de eco-regeling. De provincies bepalen de exacte openstellingen en subsidiebedragen van het ANLb. Sommige provincies hanteren beheerpakketten gerelateerd aan agroforestry.

De simulatietool van RVO helpt ondernemers om te berekenen wat de verwachte premies zijn afhankelijk van het bouwplan en management. Lees meer over deze tool.

Landschapselementen tellen niet mee voor uw stikstofgebruiksruimte dierlijke mest. Dit is de hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest die u maximaal mag gebruiken op uw landbouwoppervlakte. In alle andere gevallen blijft uw stikstofgebruiksruimte dierlijke mest hetzelfde. 

Percelen met agroforestry registreert u op verschillende manieren. Dat ligt aan het aantal bomen per hectare. En aan hoe ze op uw perceel staan. Voor 2 agroforestry systemen bestaat een gewascode – hoogstamboomgaarden (2628) en voedselbossen (1940).  De overige agroforestry systemen worden geregistreerd met gewascodes van individuele gewassen (dus niet het hele systeem). Voor meer informatie hierover en voorbeelden zie de RVO pagina over Agroforestry

 

Subsidie voor machines en andere bedrijfsmiddelen 

MIA/Vamil 

De MIA en Vamil zijn regelingen die fiscaal voordeel opleveren voor boeren die investeren in een milieuvriendelijk(e) techniek of bedrijfsmiddel die op de Milieulijst staat. Op de huidige milieulijst staat een bedrijfsmiddel dat relevant is voor agroforestry genaamd ‘Apparatuur of voorzieningen voor het combineren van akkerbouw of veeteelt met bomen en struiken’ (Bedrijfsmiddelcode A2300) waarbij een ondernemer fiscaal voordeel kan krijgen.

Deze bedrijfsmiddelcode is niet bestemd voor bosbouw of rondbeplanting van bomen, stallen en bomen voor hakhout met een korte omlooptijd, kerstbomen en snelgroeiende bomen voor energieproductie (biomassa). Mobiele kippenstallen met minder dan 250 dierplaatsen ten behoeve van insecten- en onkruidverwijdering komen wel in aanmerking. Met deze regeling kun je een investeringsaftrek van 36% van het investeringsbedrag krijgen en kun je75% van de investeringskosten afschrijven. Beide levert een liquiditeits- en rentevoordeel op.

 

Leningen van investeringsfondsen 

Investeringsfonds Duurzame Landbouw (IDL) 

Via het Nationaal Groenfonds kunnen agrariërs bij het Investeringsfonds Duurzame Landbouw (IDL) een aantrekkelijke lening afsluiten om investeringen in duurzame landbouw mogelijk te maken.  Het fondsvermogen voor de pilotperiode tot december 2023 is 31 miljoen euro. Per bedrijf is maximaal 400.000 euro beschikbaar.  De financiële condities zijn soepel: ondernemers hoeven nauwelijks rente te betalen en de eerste jaren niet af te lossen. De afspraken hebben een langjarig karakter. Wel moet er sprake zijn van een cofinanciering: investeringen moeten voor een deel ook gefinancierd worden uit andere bronnen, zoals een financiering bij de (huis)bank, eigen geld, crowdfunding etc.  

Ondernemers die een beroep doen op het IDL worden niet verplicht tot het nemen van specifieke maatregelen. Het gaat bij het Investeringsfonds echt om het bereiken van doelen. Investeringen moeten wel leiden tot aantoonbare verbeteringen op de gestelde doelen, waarvan een daling van de stikstofemissie de belangrijkste en verplichte is.

Het fonds hanteert nog zeven andere duurzaamheidsdoelen:

  • Minder gewasbeschermingsmiddelen en biociden
  • Minder broeikasgassen
  • Minder nitraat uitspoeling
  • Toename biodiversiteit
  • Betere bodem
  • Circulaire inzet van veevoer
  • Verbetering van diergezondheid en -welzijn

Op tenminste vier van deze terreinen moet ook vooruitgang worden geboekt en op geen van de doelen mag achteruitgang plaatsvinden. Vul de checklist in om te weten of je meteen een aanvraag in kunt dienen.  

 

Regeling Groenprojecten 

Groenbanken en groenfondsen kunnen met de Regeling Groenprojecten een groenverklaring aanvragen. Met zo’n groenverklaring kunnen zij duurzame projecten van hun klanten tegen een lager rentetarief financieren.

Binnen Categorie 2.2 Duurzame land- en tuinbouw,  valt de mogelijkheid om een groenverklaring aan te vragen voor voedselbossen. Het gaat hier om "Projecten gericht op de aanleg van  voedselbossen, die voldoen aan een aantal minimale vereisten."  Hierbij wordt als definitie gebruikt "door mensen ontworpen productief ecosysteem naar het voorbeeld van een natuurlijk bos, met een hoge diversiteit aan meerjarige of houtige soorten, waarvan delen voor de mens als voedsel dienen."

De voorwaarden zijn als volgt:

  • De aanleg van een voedselbos dat voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • beslaat een aaneengesloten oppervlak van minimaal 0,5 hectare;

    • bevat op termijn dominantie van kruinbomen met eetbare functie, gecombineerd met minimaal drie andere vegetatielagen, dat wordt aangetoond aan de hand van een beplantingsplan;

    • bevat geen teelt van eenjarige gewassen of veehouderij binnen het betreffende perceel; en

    • er wordt afgezien van bemesting en de mestruimte voor het betreffende oppervlak wordt ingeleverd.

  • Een groenverklaring wordt niet afgegeven voor projecten als bedoeld in deze subcategorie waarvoor reeds voor de inwerkingtreding van deze regeling met de uitvoering van de werkzaamheden is aangevangen en waarvoor binnen zes maanden na inwerkingtreding van deze regeling een groenverklaring wordt aangevraagd.

Projectvermogen: een groenverklaring in deze categorie wordt niet afgegeven indien het bruto-subsidie-equivalent meer bedraagt dan € 500.000 per onderneming per investeringsproject.

 

Subsidies voor advies en kennisontwikkeling 

GLB-kennisvouchers: subsidie voor omschakeling naar duurzame landbouw

De GLB-kennisvouchers: subsidie voor omschakeling naar duurzame landbouw (voorheen SABE regeling) is opengesteld voor agrariërs en bedrijfscoaches die willen leren over een duurzame landbouw. Er zijn verschillende onderdelen die regelmatig opengesteld worden voor subsidieaanvragen waaronder: een cursus, advies, bedrijfsplan of opleiding. Kijk op de website voor de actuele situatie.

Vouchers voor het opstellen van een bedrijfsplan met agroforestry in de Provincie Gelderland 

In de Provincie Gelderland zijn vouchers beschikbaar waarmee ondernemers kosteloos een bedrijfsplan laten maken voor toekomstige ontwikkeling van het bedrijf met ruimte voor natuurinclusieve landbouw. Het plan kan specifiek gericht zijn op natuur, bodem, water, mineralenkringloop of agroforestry. Hiervoor is €1500 beschikbaar, met een vereiste eigen bijdrage van €400. Voor agroforestry kunnen geïnteresseerden zich richten tot het Agroforestry Netwerk Gelderland.

 

Subsidies voor samenwerkingsverbanden

Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Zeeland en Uitvoeringsregeling Europese Landbouwsubsidies Noord-Holland 2023-2027 

Samenwerking EIP Operationele groepen

EIP is het Europees Innovatie Partnerschap. Het samenwerkingsverband dat een projectaanvraag indient wordt een operationele groep genoemd. Binnen het Europees Innovatiepartnerschap worden innovatieve projecten opgezet om duurzame landbouwpraktijken te ontwikkelen en te implementeren.

De samenwerkingsverbanden werken op projectbasis aan een innovatieopgave die een antwoord moet geven op een concrete vraag of kans uit de praktijk. Daarbij gaat het om de uitvoering van het gezamenlijke innovatieproject door het samenwerkingsverband. Het betreft met name het verder ontwikkelen, valideren en verfijnen van kennis en innovaties, met als doel dat die uiteindelijk deel uit gaan maken van een groter ontwikkelingsproces dat gericht is op grootschalige toepassing ervan in de praktijk. Dit proces kan bijvoorbeeld gestart worden door kleine actieve samenwerkingsverbanden (living labs) met een schil van koplopers (early adapters). 

De subsidie wordt daarom enkel verstrekt aan samenwerkingsverbanden (operationele groep genaamd) zoals omschreven in artikel 1.3. Deze bestaat tenminste uit twee actoren die van belang zijn voor het verwezenlijken van de doelstelling(en) van het project waarvoor subsidie is aangevraagd en bevat tenminste één landbouwer.

Operationele kosten van het samenwerkingsverband zijn alle kosten die te maken hebben met het uitvoeren van het project, met uitzondering van investeringen in bedrijfsmiddelen. Hieronder valt onder andere het projectmanagement, coördinatie van het samenwerkingsverband, uitvoeren van onderzoek, verbruikskosten gedurende de projectperiode (zoals brandstof), het ontwikkelen van prototypes of modellen, de arbeidskosten besteed aan de uitvoering van het project en tevens het verspreiden van de opgedane kennis. 

De exacte datums van openstelling van de subsidies zijn op dit moment nog niet bekend. Meer informatie hierover zal te zijner tijd gepubliceerd worden op de website van de provincie Zeeland en het online subsidieloket van de provincie Noord-Holland . Voor meer informatie zie de publicaties van de regelingen: Zeeland en Noord-Holland.

 

Subsidie voor agrarisch natuurbeheer

Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb)

Het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) is een subsidie voor agrarische collectieven vanuit provincies, waterschappen en het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Met deze subsidie:

  • beschermen en verbeteren landbouwers de omgeving van dieren;
  • werken ze aan waterkwaliteit;
  • dragen ze bij aan klimaatdoelen.

Vanaf 2023 breidt het ANLb uit. Dit komt door het nieuwe Gemeenschappelijk landbouwbeleid dat 1 januari 2023 ingaat. Er wordt vooral sterker ingezet op water en klimaat, met meer beheermogelijkheden en met meer budget. Meer landbouwers kunnen meedoen. Het aantal hectare voor ANLb kan groeien van 100.000 naar 130.000 hectare.

Het collectief vraagt elk jaar de betaling van het ANLb bij RVO aan. Lees meer hierover op de pagina ANLb-collectieven. Meer informatie over een collectief vindt u op BIJ12 (gezamenlijke website van de provincies). En op de website van BoerenNatuur, de landelijke vereniging van de 40 agrarische collectieven. Daar leest u ook hoe u kunt samenwerken met een collectief.

Voorbeelden van beheerpakketten relevant voor agroforestry zijn:

  • Hakhoutbeheer;
  • Beheer van bomenrijen;
  • Knip- of scheerheg;
  • Struweelhaag;
  • Struweelrand - zoomvegetatie;
  • Beheer van bomen op landbouwgrond;
  • Half- en hoogstamboomgaard;
  • Hakhoutbosje;
  • Griendje;
  • Bosje.

Meer informatie over alle beheerpakketten