Skip naar de inhoud

Afstemming onderzoek agroforestry met Vlaanderen

Onderzoek naar agroforestry systemen in de gematigde klimaatzone staat nog in de kinderschoenen. In zowel Vlaanderen als Nederland worden diverse facetten van deze vorm van duurzame landbouw al wel enige jaren onderzocht. Resultaat behalen van het complexe, langjarige onderzoek vergt echter geduld. Maar Vlaamse en Nederlandse onderzoekers kunnen veel van elkaar leren en het Vlaamse en Nederlandse onderzoek kan complementair zijn aan elkaar.  Vanuit het Agroforestry Netwerk Nederland werd gefaciliteerd om hierover met  17 Vlaamse en Nederlandse onderzoekers uit te wisselen. Deze bijeenkomst vond op 12 oktober plaats op de onderzoekslocatie van WUR Open Teelten. Tijdens deze uitwisseling stonden gezamenlijke veldbezoeken, onderzoeksmethodieken en het delen van resultaten centraal.

 

Gemeenschappelijk belang

De groep is samengesteld uit een bont gezelschap uit de toegepaste & fundamentele wetenschap, universitair en hbo-onderwijs en private onderzoeksinstellingen. Het is een open netwerk en iedere onderzoeker met relevante inhoudelijke expertise welkom is. De deelnemers zijn allemaal op hun eigen wijze sterk verbonden met de agrarische praktijk van nieuwe intreders, agrariërs in transitie en studenten. Belangrijk doel van de wetenschappelijke uitwisseling is om eilandvorming waar mogelijk tegen te gaan en te leren van elkaars ervaringen. Om deze reden werden in het eerste gedeelte van de bijeenkomst over en weer lopende onderzoeksprojecten aan elkaar gepresenteerd.

 

Omgaan met complexiteit

Het tweede gedeelte van de bijeenkomst stond in het teken van het afstemmen van onderzoeksmethoden. Agroforestrysystemen vergelijken op productie per hectare met systemen zonder bomen is op zijn zachts gezegd lastig. Of het nu gaat om combinaties met veehouderij of om plantaardige productiesystemen, het vertalen van inzichten uit bestaande agrarische sectoren (denk aan fruitteelt, boomkweek) kent grote onzekerheidsmarges. Hoe wegen we de verschillende factoren op zo’n manier dat we recht doen aan beide systemen? Het ons bekende systeem focust op productiemaximalisatie. Inzet is een intensief beheerd systeem, met gebruik van (kunt)mest, insecticiden, pesticiden, fungiciden, mechanisatie en grondbewerking, bewatering en ontwatering. Terwijl bij agroforestry vaak de nadruk ligt op het robuuster maken van het systeem door integratie van houtige elementen en daarmee meer ruimte voor natuurlijke processen met behoud van productie. Ook deze systemen verdienen een plek in het agrarische landschap. Waarbij de extensiever beheerde systemen wellicht een rol kunnen spelen in het beperken van de inputs bij de intensief beheerde systemen.

De grootste methodische uitdaging van onderzoek doen aan dit soort systemen is hoe om te gaan met complexiteit. Het onderzoeksobject varieert van agroforestry systemen met 2 op elkaar inspelende producerende of ondersteunende ‘gewassen’ tot zeer complexe systemen als voedselbossen met in potentie honderden eetbare en ondersteunende soorten. Er moet daarnaast rekening gehouden worden met verschillende beheerstrategieën en oogstpraktijken. Ook zullen de systemen, afhankelijk van bodem en context, sterk van elkaar kunnen verschillen in hun ontwikkeling en prestaties in de tijd. De grote vraag is hoe je als onderzoeker recht blijft doen aan deze complexiteit (de essentie van een ecosysteem met houtigen) en toch het onderzoek dusdanig weet af te bakenen dat je er niet in verdrinkt. Het doorgronden van systemen waar verschillende producerende onderdelen elkaar beïnvloeden vraagt veel van de wetenschap. Daarom is het ook zo belangrijk dat de kennisdragers uit wetenschap & onderwijs, beleid en praktijk elkaar ontmoeten en hun kennis uitwisselen.

 

Gezamelijke aanpak voor monitoring

In een korte verkenning wordt nu onderzocht of de werkwijze van monitoring vanuit het Nationaal Monitorings Programma Voedselbossen als voorbeeld kan dienen voor het monitoren van alle andere vormen van agroforesty. Hiertoe is vanuit het Agroforestry Netwerk Nederland een aanzet maakt door Boerenbos en het Louis Bolk instituut. Tijdens de bijeenkomst werd hierop gereflecteerd.

Het uitvoeren van langjarige monitoring is en blijft lastig omdat het vanwege beperkte doorlooptijd van onderzoek financiering vaak drijft op vrijwilligers of de ondernemers zelf. Een goed werkende monitoring tool voor op het boerenbedrijf wil nog niet zeggen dat die ook wordt gebruikt. Het is de uitdaging met een dergelijke tool aansluiting te vinden bij de boeren praktijk waar boeren vooral leren van andere boeren.

Omdat datasets vanwege onder meer gebruik van verschillende methodieken lastig te vergelijken zijn is het zaak in projecten waar wordt gemonitord altijd referentie plots te organiseren. Contextuele verschillen maar ook verschillen in bodem, waterbeschikbaarheid en voorgaand landgebruik maken het onderling vergelijken van systemen lastig. Vanuit de Universiteit Wageningen is nu het voorstel gedaan om een bestaande protocollendatabase om te bouwen tot een tussen Nederland en Vlaanderen te delen agroforestry protocollen database.

Een aandachtspunt is dat boeren die vooroplopen in de adaptatie van nieuwe werkwijzen sterk worden overvraagd om in allerhande onderzoeks-, onderwijs- en gebiedsprogramma’s mee te draaien. Een compensatie voor de tijd die ze stoppen in het bijdragen aan onderzoeks- of onderwijsprojecten lijkt heel redelijk. De gedachte dat participerende boeren door de gegenereerde data een voorsprong hebben is in dit langzaam groeiende productiesysteem nauwelijks van toepassing. Willen we echt voortgang maken dan hebben we alle kennis en inzichten nodig.

 

Vervolg

Het is de tweede keer dat een internationale uitwisseling rondom dit thema is georganiseerd. De dagdelen zijn te kort om in detail uit te wisselen en de interesse naar elkaars werk is groot. Het is de intentie in 2024 twee keer per jaar een afstemmingsmoment te hebben, waarin het Agroforestry Netwerk Nederland vanuit Nederland het initiatief neemt.