Skip naar de inhoud

Agroforestry kansrijk in buffer rond natuurgebieden

Om de overgang tussen landbouw en natuurgebieden geleidelijk te laten verlopen, is de introductie van agroforestry in bufferzones rondom natuurgebieden een aantrekkelijke optie. Staatsbosbeheer zoekt daarom naar boeren die nuttige bomen en struiken op hun grond willen planten. “Als we dat  samen oppakken, kunnen we een win-winsituatie creëren”, zegt Arne Greven, productontwikkelaar bij Staatsbosbeheer. Hij houdt zich onder andere bezig met agroforestry.

“Binnenkort ga ik met pensioen, maar ik zie voor het eerst sinds veertig jaar dat natuurbescherming en boeren elkaar weten te vinden. Speciaal rondom agroforestry en natuurinclusieve landbouw. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst”, zegt Arne Greven. De contacten tussen Staatsbosbeheer en de landbouwsector zijn al van langere tijd. De organisatie verpacht natuurgrond aan pakweg 3.000 boeren. Tegenwoordig is deze natuurgrond, waarbij het gebruik aan voorwaarden is gebonden, voor boeren extra aantrekkelijk vanwege landelijke en Europese subsidies. Voor Staatbosbeheer is het een effectieve manier om het beheer van natuurlijke graslanden te organiseren. “Zo’n win-winsituatie tussen boeren en onze organisatie willen we ook creëren met agroforestry, als buffer rond onze natuurgebieden”, aldus Greven.

Grens tussen landbouw en natuur
Staatsbosbeheer beheert in Nederland 268.000 ha bos en natuur. De organisatie valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van LVVN. De kerntaak is het zorgen voor duurzame instandhouding van de terreinen met respect voor de natuurlijke, cultuurhistorische en archeologische waarden. Daarnaast voert Staatsbosbeheer enkele aanvullende taken en projecten uit, zoals de ontwikkeling van agroforestry. Greven heeft zich de laatste jaren van zijn loopbaan met dit thema bezig gehouden in de rol van projectleider.


Agroforestry is een teeltmethode waarbij bomen en struiken op hetzelfde perceel worden gecombineerd met landbouwproductie. “Die combinatie past uitstekend in het grensgebied tussen landbouw en natuur. Op dit moment is die overgang meestal erg scherp; het bos gaat direct over in grasland of bouwland. Wij zouden die grens graag wat zachter willen maken, waarbij natuur en landbouw geleidelijker in elkaar overlopen,” zegt Greven.
Het voordeel voor zo’n diffuse overgang is voor Staatsbosbeheer dat de impact van de landbouw op het natuurgebied kleiner wordt. Vanuit boerenperspectief draagt agroforestry – afhankelijk van de soorten bomen en struiken die worden aangeplant - bij aan de het verdienvermogen van het bedrijf, de gezondheid van het vee, de kwaliteit van de bodem en de mate waarin water in het gebied wordt vastgehouden.

Samenwerking is ontdekkingstocht
Een samenwerking tussen boeren en Staatsbosbeheer op het gebied van agroforestry staat nog in de kinderschoenen. “Wij zijn blij met boeren die met agroforestry aan de slag willen, vooral als ze naast onze natuurterreinen zitten. We denken erover na hoe we deze ondernemers een steuntje in de rug kunnen geven. In overleg met boeren zoeken we zoeken naar mogelijkheden die voor beide partijen interessant zijn”, legt Arne Greven uit. “Het is een ontdekkingstocht met kansen. De kunst is om die met elkaar te verzilveren. Dat is op elke locatie weer anders.”


Samen met collega’s heeft Arne nagedacht over de inbreng van zijn organisatie in die samenwerking. Hij ziet mogelijkheden op het gebied van uitgifte van pachtgronden of het betaalde beheer van kleinschalige landschapselementen. “Als boeren met agroforestry eenvoudiger in aanmerking komen voor de pacht van natuurgronden of het onderhoud van kleinschalige landschapselementen, dan ontstaat er voor hen een financieel belang. Ze kunnen aanspraak maken op vergoedingen vanuit ANLb, GLB of vanuit de zuivelketen. Dit past ook helemaal bij de wens van LVVN om boeren een grotere rol te geven in het landschapsbeheer.


Rondom natuurgebieden
Arne Greven ziet – vanuit het perspectief van natuurbeheer - vooral mogelijkheden voor agroforestry aan de randen van grote natuurgebieden of rondom Natura-2000 gebieden. Daarbij denkt hij aan de aanleg van voederhagen en houtwallen, herstel van boomgaarden in gebieden waar die van oorsprong ook aanwezig waren en de aanleg van populierenweides. “Uiteindelijk is het de boer of grondgebruiker die beslist welke vorm van agroforestry wordt toegepast. Onze rol beperkt zich tot het creëren van de juiste randvoorwaarden voor een samenwerking. Het is de boer die beslist; die ondernemersruimte blijven we hem bieden.”


Staatsbosbeheer zoekt Achterhoekse boer, om samen agroforestry te realiseren

Om agroforestry in zones langs natuurgebieden te realiseren, zoekt Staatsbosbeheer specifiek in de Achterhoek naar boeren die open staan voor een samenwerking. Daarvoor heeft Staatsbosbeheer ook contacten aangeknoopt met AgroForestry Netwerk Gelderland.

Het coulisselandschap van de Achterhoek is bij uitstek geschikt voor de aanleg van nieuwe houtwallen, voederhagen en andere houtige opstanden. “We willen een krachtig signaal naar boeren afgegeven, dat er kansen liggen in de samenwerking met Staatsbosbeheer’, zegt Dyon Temming, projectleider bij AgroForestry Netwerk Gelderland. “We hebben onderling korte lijntjes en kunnen meehelpen in het verkennen van de mogelijkheden. En voor de realisatie van de aanplant, kennen wij de weg naar financiële vergoedingen.”
 
Achterhoekse boeren die eigen grond hebben aan de randen van Staatsbosbeheer-terreinen en  openstaan voor een samenwerking met Staatbosbeheer op het gebied van agroforestry, kunnen zich melden bij Frank Kroezen, teamleider van de beheereenheid Achterhoek van Staatsbosbeheer. Hij is bereikbaar via het e-mailadres f.kroezen@staatsbosbeheer.nl.
 


Samenwerking
 
Staatsbosbeheer en boeren werken al op verschillende manieren met elkaar samen. Onderstaand enkele praktijkvoorbeelden. Boeren worden ook veel ingehuurd voor beheerwerkzaamheden, zoals maaien.
  • Verpachten van natuurgrond, met beperkt agrarisch medegebruik: In totaal wordt 50.000 ha -natuurgrond van Staatsbosbeheer door boeren gepacht. Door het ‘Didam-arrest’ staat de continuïteit van de relatie tussen boer en Staatsbosbeheer onder druk; nieuwe pacht moet via een openbare inschrijving worden uitgegeven.
  • Natuur inclusieve landbouw (NIL): In totaal werken 40 boeren samen met Staatsbosbeheer aan natuur inclusieve landbouw. Doelstelling is om dit aantal te laten groeien naar 80 in 2025. Natuur inclusief boeren is een extensieve manier van boeren waarbij de biodiversiteit wordt versterkt en de impact van landbouw op de natuur minimaal is. NIL-boeren volgen een cursus ‘natuuronderhoud’ bij Staatsbosbeheer. Dit is een voorwaarde om voor pachtgrond van Staatsbosbeheer  in aanmerking te komen.
 
  • Hoeve-verpachtingen: Op een paar locaties in Nederland heeft Staatsbosbeheer zogenaamde ‘hoeve-verpachtingen.’  Bij hoeve-pacht worden complete boerderijen en bijbehorende grond uitgegeven in erfpacht. Dit komt vooral voor bij oude landgoederen, zoals landgoed Slangenburg bij Doetinchem. De exploitatie van deze boerderijen is afgestemd op de doelstellingen van de omliggende terreinen, dus met veel aandacht voor natuur en landschap. Het is vervolgens aan de pachter om hierbij een passend verdienmodel te creëren.